ENSCHEDE - Een 32-jarige man uit Geleen die eerder dit jaar brand stichtte bij een woning in Enschede is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar. Door de brand te stichten maakte de man zich schuldig aan een poging tot moord. Ook moet hij het slachtoffer een schadevergoeding betalen.


Brand gesticht bij voordeur

Op 24 maart 2020 is de Limburger naar zijn ouders in Enschede gereden. Kort na middernacht is hij daar in emotionele toestand vertrokken en naar een benzinestation gereden. Daar heeft hij ongeveer 1 liter benzine – in een flesje of bidon – getankt. Hiermee is hij naar het appartementencomplex van het slachtoffer gereden. Bij de voordeur van de man op de tweede verdieping heeft hij brand gesticht en is vervolgens teruggegaan naar zijn auto. Daar heeft hij beelden van de brand gemaakt. Toen de hulpdiensten arriveerden is hij weer naar Limburg vertrokken.

Het slachtoffer verklaart dat hij in de vroege ochtend van 25 maart een knappend of knetterend geluid hoorde. In de gang zag hij dat zijn voordeur in brand stond, waarna hij 112 belde. De man zat op dat moment opgesloten in zijn eigen woning. De gang vulde zich met rook en de enige vluchtroute stond in brand. Brandweermensen hebben het slachtoffer uit zijn benarde positie gered.

Poging tot moord
Door midden in de nacht brand te stichten aan de onderkant van de voordeur maakte verdachte zich schuldig aan een poging tot moord. Dat het bij een poging bleef is enkel te danken aan het feit dat het slachtoffer nog niet sliep en de brandweer kon alarmeren. Ook heeft de Limburger na de brandstichting geen enkele actie ondernomen. In plaats daarvan heeft hij de brand gefilmd en vervolgens – in het Arabisch – het filmpje voorzien van commentaar. Hij zei onder andere dat hij hoopt dat de brandweer te laat is om hem te redden. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van moord – dus met voorbedachten rade – omdat de man eerst naar een benzinestation is gereden. Er waren tussen het moment van het tanken en de brandstichting verschillende momenten waarop hij zich kon bedenken. Bovendien bracht de man met de brandstichting ook het leven van andere bewoners van het flatgebouw in gevaar.

Wreed
De gebeurtenissen hebben een enorme impact op het leven van het slachtoffer. Volgens de Limburger is hij in het verleden door het slachtoffer misbruikt. Maar dit is op geen enkele wijze vast komen te staan. De rechtbank noemt het handelen van de man ‘een zeer wrede wijze om iemand proberen van het leven te beroven’. Dat er bij de man sprake is van een psychische stoornis is geen reden om hem geen straf op te leggen. Alles overwegend is de rechtbank het met de officier van justitie eens dat een gevangenisstraf van 6 jaar passend en geboden is. Ook de door het slachtoffer gevraagde schadevergoeding, van ruim 2-duizend euro, wordt toegewezen.