HENGELO - Een 23-jarige man uit Rijssen is door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 210 dagen, waarvan 70 dagen voorwaardelijk. De man sloot bijna een jaar geleden zijn vriendin op in een hotelkamer in Hengelo. Ook mishandelde de man later dat jaar twee hulpverleners en bedreigde één van hen.


Ruzie in hotelkamer
Op 9 september 2019 waren de man en zijn toenmalige vriendin samen in een hotelkamer in Hengelo. Daar kregen ze ruzie omdat de man dacht dat zijn vriendin vreemdging. De vrouw heeft een paar keer tegen de man gezegd dat ze weg wilde, maar hij werd agressief en hield de vrouw tegen om de kamer te verlaten. Ze probeerde meerdere keren de deur te openen, maar werd iedere keer weggetrokken. In die kamer heeft de man haar ook geslagen. Het hotelpersoneel heeft aan de deur geklopt om te vragen of alles goed ging, maar de man voorkwam dat de vrouw naar de deur kon gaan.

Mishandeling hulpverleners
Uiteindelijk heeft de vrouw de hotelkamer kunnen verlaten en is de man opgepakt Later in het jaar is de man opgenomen bij GGZ-instelling Dimence. Tijdens een gesprek met twee hulpverleners probeerde hij te ontsnappen Daarbij heeft hij de hulpverleners mishandeld en één van hen met de dood bedreigd.

Vrijheidsberoving
De man erkent dat hij zijn vriendin een korte periode heeft vastgehouden op de hotelkamer, maar volgens hem was dat relatief kort en kan er geen sprake zijn van vrijheidsberoving. De rechtbank gaat daar niet in mee. Uit gegevens blijkt dat hij zijn vriendin tenminste 5 minuten van haar vrijheid heeft beroofd, genoeg om tot een bewezenverklaring van vrijheidsberoving te komen. Dat geldt ook voor de juridische kwalificatie ‘beroofd houden’. De mishandeling en de vrijheidsberoving op de hotelkamer heeft veel angst veroorzaakt bij het slachtoffer. Het heeft er alle schijn van dat (mede) door ingrijpen van het hotelpersoneel een einde is gekomen aan de vrijheidsberoving.

Gevangenisstraf
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met het feit dat hij zich schuldig maakte aan ernstige feiten, dat de man eerder is veroordeeld en het feit dat hij kampt met een persoonlijkheidsstoornis. Omdat de man heeft aangegeven dat hij geen behandeling wil – en daar niet aan zal meewerken – vindt de rechtbank het in dit geval zinloos om dit als bijzondere voorwaarde op te leggen. Wel legt de rechtbank een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op. Verdachte mag nu laten zien dat hij zonder hulp en behandeling niet in herhaling valt. Omdat de man eerder is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf, en hij nu opnieuw in de fout gegaan is, wordt die voorwaardelijke straf – van drie weken – alsnog ten uitvoer gelegd.