Uit de beelden is op te maken hoe het slachtoffer aanbelt bij de woning van de verdachte en hoe ze daarop ogenschijnlijk ontspannen minutenlang op straat een gesprek voeren. Dan haalt de Enschedeër plots een groot vleesmes uit zijn jaszak tevoorschijn en steekt twee keer richting zijn gesprekspartner. De tweede, krachtige steekbeweging is raak en treft het slachtoffer vol in de hartstreek. Die weet nog terug te keren in het voertuig waarmee hij arriveerde, maar hij overlijdt op de bestuurdersstoel aan de verwonding. Het OM: “Op de beelden is de ontzetting op het gezicht van het slachtoffer te zien wanneer hij naar zijn borst grijpt. Hij is op klaarlichte dag midden op straat op gruwelijke wijze komen te overlijden. Hier is sprake van koelbloedig en bruut optreden.”
Later wordt het slachtoffer door een voorbijganger gevonden en worden de hulpdiensten ingeschakeld.
De verdachte verdwijnt terug de woning in, verstopt het mes, trekt andere kleren aan en slaat op de vlucht richting Amsterdam. Als hij daar geen onderdak weet te regelen –berichtgeving op zijn telefoon wijst uit dat hij drie mensen die dag vraagt ‘wie een onderduiker kan helpen’- reist hij met de trein terug naar het oosten. Hij wordt op het treinstation in Enschede door de politie overmeesterd en aangehouden.
Uit appverkeer en latere verklaringen blijkt dat er kennelijk een geschil om geld rondom het leggen van een laminaatvloer is geweest waarover de twee elkaar die ochtend in de Deurningerstraat troffen.
Hoewel verdachte met een mes verstopt in zijn kleding naar buiten kwam en minutenlang de tijd heeft gehad om zich te beraden op zijn actie, kan volgens het OM niet wettig en overtuigend bewezen worden dat er sprake van voorbedachte rade, en dus moord. Echter acht het OM doodslag wél bewezen. De officier van justitie tijdens de motivering van de strafeis: “Zijn gedrag laat op geen enkele manier enige vorm van spijt of berouw zien. Sterker nog, hij beschuldigt zijn slachtoffer, die zich niet meer kan verweren, van bedreiging en het mogelijke bezit van een vuurwapen. Hij probeert zijn eigen straatje schoon te vegen en lijkt te hopen op een zo kort mogelijke gevangenisstraf, in de hoop zo snel mogelijk zijn leven weer op te pakken.“
Doodslag is één van de meest ernstige misdrijven van het Wetboek van Strafrecht. De maximaal op te leggen gevangenisstraf hiervoor is per 1 juli 2023 met 10 jaar verhoogd, van 15 naar 25 jaar. De wetgever heeft daarmee onder meer gehoor gegeven aan het signaal vanuit de maatschappij dat het verschil in op te leggen straffen bij een veroordeling voor moord en eentje voor doodslag –die soms juridisch gezien net geen moord oplevert- kleiner zou moeten worden.