In 2017 werd Twente opgeschrikt door een reeks ernstige incidenten, waarvoor de 42-jarige en de 34-jarige man afgelopen weken terecht stonden in de extra beveiligde zittingszaal van de rechtbank Noord-Holland op Schiphol. Zij worden gezien als de opdrachtgevers, twee uitvoerders werden eerder veroordeeld.
Kapper
Bij de incidenten sprong vooral de aanslag op 2 februari 2017, waarbij een Enschedese kapper in brand werd gestoken en dit ternauwernood overleefde, in het oog. Bij deze aanslag werd door de uitvoerder een vergissing gemaakt. Niet het slachtoffer, maar de vorige eigenaar van de kapperszaak was het beoogde doelwit.
Op 24 mei 2017 werd de broer van de voormalige eigenaar van de kapperszaak net over de Duitse grens in Gronau in zijn auto beschoten: ‘’Een man die werkelijk niets te maken heeft met de hele zaak, wordt doorzeefd door kogels’’, aldus de officieren van justitie. De man raakte zwaargewond, maar overleefde wel.
Het motief voor deze twee aanslagen zou liggen in een conflict in de relationele sfeer. De 42-jarige man zat ten tijde van de aanslagen vast in Duitsland en heeft vanuit de gevangenis de aanslagen beraamd samen met de 34-jarige man, is de overtuiging van het OM.
Aan de overige aanslagen waarvan de twee verdacht worden, zou een conflict met motorclub Satudarah ten grondslag liggen. Dit conflict leidde op 19 september 2017 tot de beschieting van een uitgaansgelegenheid aan de Brinkstraat in Enschede. Hier werden met een automatisch wapen zwaar kaliber kogels door de ruiten en deuren geschoten. Met de beschieting hoopten de verdachten te bereiken dat de uitgaansgelegenheid, een ontmoetingsplaats voor leden van de inmiddels verboden motorclub Satudarah, gesloten zou worden.
Dezelfde nacht werden er ook kogels afgevuurd op een woning aan de Benkoelenstraat in Enschede, waarbij diverse ruiten sprongen. In de Benkoelenstraat woonde een man die samen met zijn broer feitelijk eigenaar zou zijn van de uitgaansgelegenheid.
Explosie
De 42-jarige man wordt tot slot ook als initiatiefnemer gezien voor een brandstichting op 11 november 2017. Bij een woning aan de Palestrinalaan in Almelo werd met stenen een ruit ingegooid. Vervolgens werd een jerrycan met brandbare vloeistof geplaatst, waarmee een explosie werd veroorzaakt. De woning brandde af en de brandweer moest bewoners, onder wie kinderen, redden uit de naastgelegen huizen. De bewoonster van de verwoeste woning, die op de bovenverdieping lag te slapen, was de moeder van iemand met wie de 42-jarige verdachte een conflict had.
Dit laatste wijst volgens de officieren van justitie op ‘een gewetenloze houding ten aanzien van het leven van onschuldige burgers, wiens enige rol is dat ze in familierelatie staan tot degene met wie het conflict beslecht wordt.’
‘’Het spreekt voor zich dat deze feiten enorme onrust en angst onder de bevolking in Enschede en daarbuiten teweeg hebben gebracht’’, aldus de officieren van justitie in het requisitoir: ‘’Daarbij speelt tevens een rol dat in elk geval bij de moordaanslag op de kapper sprake is van een vergissing. Hierdoor is een willekeurige burger het slachtoffer geworden van deze barbaarse afrekening. Ook de aanslag in Gronau lijkt te berusten op een vergissing.’’
De officieren noemde het ‘een wonder’ dat deze twee slachtoffers het overleefd hebben: ‘’Het leven van deze slachtoffers is geruïneerd. De rest van hun leven zullen zij geconfronteerd worden met de ernstige fysieke en psychische gevolgen van deze aanslagen.’’
Bendes
De overige aanslagen hebben volgens het OM te maken met ‘een nietsontziende oorlog tussen twee bendes. Een hele reeks aanslagen, uitgevoerd door ‘hitmen’, die dit tegen betaling hebben gedaan.’ De bendeleden communiceren volgens het OM via cryptotelefoons met elkaar en plegen en passant allerlei andere strafbare feiten. Zoals het stelen van auto’s die, nadat deze bij een aanslag zijn gebruikt in brand worden gestoken, het gebruikmaken van valse kentekenplaten en het bezit van vuurwapens en munitie.
Het OM vindt bewezen dat de mannen zich schuldig hebben gemaakt aan het meermalen uitlokken van poging moord. De maximale gevangenisstraf die de wet hierop zet, is 26 jaar en 7 maanden. Het OM ziet geen reden om deze maximale straffen te matigen en eist tegen beide mannen een gevangenisstraf van deze duur.
‘’Bij het opleggen van de straf dient naar het oordeel van het OM de veiligheid van onze samenleving zwaar te wegen. Gelet op ernst van de feiten en de zeer grove schendingen van de rechtsorde is een zeer lange gevangenisstraf geboden. Een zeer langdurige gevangenisstraf is ook nodig om een afschrikwekkende werking te laten uitgaan naar anderen die zich in het criminele milieu bewegen.’’
De behandeling van de strafzaak gaat maandag verder met de pleidooien van de advocaten.