De vorige zitting in deze strafzaak vond plaats op 4 juli. Op deze zitting werd verteld dat de verdachte, die in voorlopige hechtenis zat, ongeneeslijk ziek was en zijn laatste maanden binnen de familiekring wilde doorbrengen. Ondanks verzet van de officier van justitie, besloot de rechtbank om de voorlopige hechtenis van de man te schorsen en hem onder voorwaarden in vrijheid te stellen. Daarnaast besloot de rechtbank dat de zaak op 2 oktober zou worden voortgezet.
Afgelopen week bereikte het OM het bericht dat de man is overleden. De zitting zal wel doorgang vinden, maar de officier van justitie zal meteen na aanvang aan de rechtbank vragen om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. In artikel 69 van het wetboek van strafrecht is bepaald dat het recht op strafvervolging vervalt na het overlijden van de verdachte.
Het Openbaar Ministerie is zich ervan bewust dat het voor het nabestaanden van het slachtoffer bijzonder onbevredigend is dat de strafzaak niet inhoudelijk behandeld zal worden en er geen vonnis gewezen zal worden, waardoor zij met veel vragen achterblijven.