ENSCHEDE - Het college van B&W van Enschede heeft besloten om een flink aantal gebouwen op de campus van de Universiteit Twente aan te wijzen als gemeentelijk monument.

De gebouwen variëren van studentenhuisvesting, inclusief hun groene omgeving, tot een tennispaviljoen. Ook groen erfgoed, zoals het park met carillon komt nu op de monumentenlijst. Het besluit is genomen na een uitgebreid onderzoek naar de cultuurhistorische waarden. Het onderzoek toont aan dat de campus uniek is in Nederland en dat het belangrijk is om dit erfgoed te beschermen.

De Universiteit Twente, woningcorporatie Veste Wonen en de gemeente Enschede zijn al enige tijd in gesprek over hoe de campus er in de toekomst uit komt te zien. Daarom heeft de UT laten onderzoeken welke landschappen en gebouwen bijzonder zijn op de campus. Verschillende erfgoedorganisaties en architectuurexperts vragen al langer aandacht voor het bijzondere karakter van de UT. De universiteit, de woningcorporatie en de gemeente hebben samen een aanpak opgesteld om het erfgoed beter te beschermen. Het plan is positief beoordeeld door de gemeentelijke monumentencommissie. Daarmee kan nu de procedure beginnen.

Uniek gebied

Uit het onderzoek blijkt dat er veel gebouwen zijn met een hoge cultuurhistorische waarde. Maar ook dat de campus als geheel in Nederland een uniek stedenbouwkundig en landschappelijk gebied is. Dat is op zich geen grote verrassing, toch zijn er nu maar een paar beschermde monumenten op het UT-terrein. “Het doel van de aanpak is om ervoor te zorgen dat de Universiteit Twente, haar unieke karakter behoudt. En gelijktijdig te werken aan afspraken voor toekomstige ontwikkeling”, aldus erfgoedwethouder Jeroen Diepemaat. “Het is bijzonder dat we in één klap zoveel panden beschermen. Maar dit is echt een uniek gebied voor Enschede, Twente en ons land.”

Hoogstandjes van toonaangevende architecten

Op de universiteit staan veel gebouwen van jong talent én bekende architecten uit de periode 1964-1975. De bijzondere patiowoningen van architect Herman Haan zijn bijvoorbeeld al rijksmonument. De oude mensa ‘de Boerderij’ van architect Piet Blom, bekend van de kubuswoningen in Rotterdam is een gemeentelijk monument. Op de lijst van nieuwe monumenten staan de studentenhuisvesting flats aan de Calslaan van architect Willem van Tijen. Hij was dé man achter het masterplan voor de universiteit. Het gebouw ‘de Spiegel’ is ook van zijn hand en wordt ook een monument. Een ander uniek gebouw is ‘de Cubicus’. Met zijn brute betonnen gevels als eiland in een vijver. Ook de Hogekamp van architect Sam van Embden wordt als een brutalistisch hoogtepunt in Nederland gezien. Het tennispaviljoen en het Paviljoen van architect Joop van Stigt zijn voorbeelden van hoe het Twentse landschap en architectuur kunnen samengaan.


Eén van de andere bijzonderheden op de lijst is het park met het bijzondere carillon van de wereldberoemde architect Gerrit Rietveld. Het carillon wordt gezien als zijn laatste werk. Twee studentenhuisvestingscomplexen worden voorlopige gemeentelijk monumenten, waaronder de meisjeswoningen. Wederom uniek voor het land en een symbool van de vrouwenemancipatie in het academisch onderwijs. Andere waardevolle objecten en structuren op de campus worden verder onderzocht. En krijgen op termijn een passende bescherming.